Uncategorized

BBK magazine 2016 – 2

Vrouw Kunst_BBK 2016

Moeder Natuur aan het werk

Tekst: Hedy Hempe

De redactie van dit magazine heeft mij gevraagd mijn verhaal te vertellen over hoe wij, mijn collega Elsbeth Cochius en ik in de samenwerking Natuurlijk Werk, als vrouwen tot kunstwerken komen.

Vorig jaar organiseerde het KunstenaarsCentrumBergen een tentoonstelling met de titel Vrouwelijke Blik en de tentoonstellingscommissie vroeg ons uitdrukkelijk of wij als Natuurlijk Werk een bijdrage konden leveren, vergezeld van een stuk tekst gerelateerd aan het thema. Tot dan toe hadden we nooit nagedacht over de ‘seksuele geaardheid’ van onze kunst. Zelf hadden we niet het idee dat onze kunst per se vrouwelijk was, tijdens ons werk zijn we niet bezig met het feit dat we vrouwen zijn.

Foto 2_Elsbeth Cochius_NW 2014Uiteindelijk stuurden we deze tekst ter begeleiding van onze foto’s die op de tentoonstelling te zien waren: ‘De verhouding tussen testosteron en oestrogeen in ons werk is wat ons betreft moeilijk te bepalen. Wij vinden ons werk vooral heel natuurlijk. Ook al gebruiken wij allerlei technieken zoals stapelen en vlechten, wij gaan intuïtief te werk. De omgeving en het materiaal inspireren ons tot een bouwsel. Het is de vraag of dat een typisch vrouwelijke of mannelijke manier van werken is. Het zou besloten kunnen liggen in het antwoord op de vraag: is de natuur of aarde een moeder en is god een man? Duidelijk is dat in de natuur mannen en vrouwen even belangrijk zijn in het kader van de voortplanting. De natuur is doorspekt met erotiek. Overal zijn duidelijke aanwijzingen terug te vinden, uitdagende vormen en aandachttrekkende kleuren. Maar in de natuur draait het niet alleen om de bevruchting, het biedt een leefomgeving voor de mens. Hoe ervaren mensen hun omgeving, wat doen zij met de natuur? Zij gaan het land bewerken, maken grotschilderingen en decoreren aardewerken potten. Zij willen zich ontwikkelen en zo ontstaat cultuur. De drang om iets te creëren is volgens ons niet specifiek vrouwelijk of mannelijk. Hoe dan ook we zijn niet bewust bezig met de vrouwelijkheid in onze kunst, wel proberen wij schoonheid te baren.’

Ik ga terug naar het jaar 2003, vier vrouwen besluiten bouwsels in de natuur te gaan maken. We gaan uitsluitend gebruik maken van materialen uit de natuur. Al gauw draait deze wekelijkse werkdag uit op een uitgebreide picknick in de natuur en van werken komt niet veel terecht. In november is het duidelijk, twee vrouwen gaan samen verder. De volgende jaren besteden we vooral aan het vastleggen van structuren, vormen en kleuren in de natuur. Na elke werkdag bestuderen we grondig en verrast de foto’s van onze vondsten, variërend van zwammen tot zandlagen, van boombast tot bloemstamper. Jaar in jaar uit vergroten we ons territorium en kammen we elk heideveld en stroomgebied uit. Tussendoor maken we al struinende bouwsels van materialen die ons aanspreken. Misschien appelleren we hiermee aan het oerinstinct van vrouwen om te verzamelen, terwijl mannen liever jagen.

Foto 1_Hedy Hempe_NW 2014

Misschien is dit ook wel een vrouwelijke aanpak: onze wekelijkse werkdag begint met het doornemen van dingen die we de afgelopen week hebben beleefd. Afhankelijk van de behoefte nemen we daar meer of minder tijd voor. Op de een of andere manier hebben we dat nodig om te ijken. Zo kunnen we elkaars gemoedstoestand aftasten en op elkaar afstemmen en het is een manier om los te komen van dagelijkse beslommeringen zodat we ons helemaal over kunnen geven aan het creatieve plan. Als dat punt eenmaal is bereikt voelen we ons één met de omgeving en met het werkproces. Dit inzicht is niet bewust ontstaan en soms werkt het niet. Dan lukt het niet om meteen samen aan iets te beginnen. Dan gaat ieder voor zich aan het werk. Het komt natuurlijk ook voor dat we het niet met elkaar eens zijn, maar dat mag geen belemmering zijn voor onze samenwerking. We vinden dat je ten behoeve van het resultaat altijd kritisch moet zijn.

Na het verkennen van de omgeving bepalen we onze werkplek, met welke materialen we gaan werken en het bouwsel dat we gaan maken. Dat gebeurt intuïtief. Na een korte inventarisatie is het in grote lijnen meestal wel duidelijk wat we gaan doen. We hebben wel geleerd flexibel te blijven; soms is het plan niet altijd uitvoerbaar zoals we ons hadden voorgesteld. Niettemin vinden we het de moeite waard om het uit te proberen. We vinden het een uitdaging iets nieuws uit te proberen en kijken hoe ver je kunt komen. Inmiddels hebben we ook ontdekt dat ieder over specifieke eigenschappen en vaardigheden beschikt. Waarschijnlijk is dat ook het succes van onze samenwerking. Terwijl de een de constructie bewaakt kan de ander zich concentreren op de details. Hierdoor zijn we in staat in korte tijd tot gewenst resultaat te komen.

Voor ons is het duidelijk: Natuurlijk Werk is een product van twee (vrouwelijke) kunstenaars, onze bouwsels komen alleen tot stand door samenwerking, dat is het bestaansrecht van Natuurlijk Werk. Na 13 jaar is het voor mij nog steeds een raadsel dat iedere keer weer unieke bouwsels ontstaan en dat het publiek zo dol is op Natuurlijk Werk. Misschien komt het doordat we met onze bouwsels en primitieve technieken het oergevoel, het universele zijn, in mensen aanspreken.